Tussen de jaren 1875 en 1904 werd er op Saba volop zwavel gedolven door de ‘Sulphur Mining Company’. Dit buitenlandse bedrijf was eigenaar van het gebied waarin zich de zwavelmijn zich bevind.
Uiteindelijk viel het doek voor de delving van zwavel op Saba, omdat het niet meer rendabel genoeg was om het helder geel gekleurde ‘niet-metaal’ boven de grond te krijgen. Meestal komt zwavel als verbinding voor, maar in vulkanische gebieden - zoals op Saba - komt het ook voor in zijn elementaire vorm.
De verlaten zwavelmijn bevindt zich in het Saba National Land Park (SNLP). Het SNLP is ongeveer 43 hectare groot en bevindt zich in het noorden van Saba, recht tegenover ‘Green Island’: een kleine rotsig eilandje voor de kust van Saba.
De mijnwerkers hebben inmiddels plaats gemaakt voor kolonies van vleermuizen die nu beschutting zoeken in de verlaten zwavelmijn. De acht verschillende vleermuissoorten die op Saba voorkomen zijn de enige inheemse (land)zoogdieren van het Caribische eiland. Deze vliegende zoogdieren zijn van enorm belang voor het ecosysteem op Saba.
Het is niet verstandig om de zwavelmijn zonder een deskundige gids te zoeken. De temperatuur in de mijn is hoog en er kunnen gevaarlijk hoge zwaveldampen rondhangen. Naast de zwavelmijn is overigens ook nog een oude zwaveloven te bewonderen.
De zwavelmijn maakt ook onderdeel uit van een van de wandelroutes op het eiland, de zogenaamde ‘Sulphur Mine Track’. Het een wandelroute met een gemiddelde moeilijkheidsgraad en waarbij je onderweg getrakteerd wordt op de allermooiste vergezichten en uiteindelijk dus ook de zwavelmijn kunt bezichtigen.
In 2007 is een Amerikaanse wandelaar tragisch om het leven gekomen in de zwavelmijn. De onfortuinlijke man betrad de zwavelmijn in zijn eentje en raakte waarschijnlijk bedwelmd door de zwaveldampen.
Uiteindelijk is zijn gemummificeerde lichaam in een van de schachten van de mijn teruggevonden. Het is daarom niet verstandig om in je uppie de zwavelmijn te gaan verkennen, maar zogezegd bijvoorkeur met een ervaren gids.